Wanneer het uur is veranderd, voelt het voor mij echt winters aan. Koud, regen en vroeg donker 's avonds zijn niet de omstandigheden om erop uit te trekken. Tel daarbij nog de Corona maatregelen en ik hoef er geen tekeningetje bij te maken. Ik spendeer mijn avonden vooral binnen in pyjama met een dekentje. Heerlijk kan ik dat vinden als de regen op de ruit tikt en ik lekker binnen zit.
Die lange winteravonden zijn de perfecte avonden voor te starten aan het ontwerp voor Frankrijk. Er valt namelijk heel wat te ontwerpen: de indeling van de moestuin en het voedselbos, een plek voor de dieren en dan nog wat waar komt op het terrein. Keuzestress dus! Er is zoveel te kiezen en te bedenken dat ik mij soms afvraag waar we moeten beginnen. Observatie is belangrijk in permacultuur. Tijd om het terrein te observeren in alle seizoen, de diversiteit op het terrein, de kwaliteit van de grond. Geduld was nooit mijn sterkste kant. Een jaar observeren gaat het niet worden, vrees ik. En om dat ongeduld te temperen begin alvast met ontwerpen. Voor de moestuin ben ik altijd verliefd geweest op mandala tuinen. Esthetisch mooie moestuinen die bestaan uit natuurlijke vormen. Dit filmpje toont hiervan een mooi voorbeeld:
Maar voor ik bedenk welke groenten we gaan kweken en waar de vaste kruiden komen, moeten we het gehele systeem bekijken om op zoek te gaan naar de beste positionering van de moestuin en het voedselbos. Hiervoor brengen we de verschillende beïnvloedende factoren in kaart zoals zon, wind, water, reliëf, ... Al die verschillende factoren zorgen ervoor dat ik het ontwerp al enkele keren radicaal heb omgegooid en ik heb het gevoel dat dat nog enkele keren gaat gebeuren. Een concreet ontwerp lijkt nog ver af, maar stilletjes aan komen we er wel.
Tijdens het opzoeken creëer ik lijstjes van planten die ik graag wil includeren, zoals Brave Hendrik. Een uit het oog verloren groente van vroeger, maar een echte aanwinst voor de moestuin. Brave Hendrik is een doorlevende groente, hij komt elk jaar spontaan terug op. Het kiezen voor doorlevende groenten is een bewuste keuze, als permacultuurontwerper in spé probeer ik namelijk een systeem te creëren dat zichzelf in stand houdt en daarbij voor overvloed zorgt. Meerjarige of doorlevende groenten zijn dikwijls geharder waardoor ze minder onderhoud nodig hebben. Ze hebben minder nood aan water, meststoffen en wieden. Hun permanent wortelgestel zorgt voor een goede omgeving voor schimmels en bacteriën in de bodem en gaat erosie tegen. De bladeren die we niet oogsten zorgen voor organisch materiaal dat de bodem verrijkt. Ze zorgen dikwijls voor oogst vroeger of later in het seizoen en zorgen met hun dikwijls uitbundige manier van groeien voor een goede habitat voor veel dieren.
Er is ook een minder puntje aan meerjarige groenten: we kennen ze niet meer. Door allerlei redenen, meestal omdat ze machinaal minder goed te oogsten zijn of niet lang bewaarbaar blijken, zijn ze niet te vinden in de supermarkt. En helaas is niet gekend, ook dikwijls niet geliefd. Brave Hendrik is gelukkig een goede vervanger voor Spinazie (die toch veel te snel doorschiet in de zomer). Ook kan hij goed tegen schaduw, ideaal voor dat moeilijke plekje waar andere planten het niet goed doen. En er zijn nog hopen meerjarige groenten te ontdekken, sommige zijn ook heel bekend zoals Asperges, Artisjok en Rabarber, andere minder zoals Aardpeer, Egyptische ui en Oesterblad. Gelukkig winnen deze planten voor de (moes)tuin nu aan populariteit. En nu ben ik toch vooral bezig geweest met welke planten ik wil in plaats van met het ontwerp. Ach, dat ontwerp zal organisch ook wel groeien (mijn excuus voor alles dat ik voor mij uit schuif). Ik ga alvast op zoek naar stekjes :)
Comments