Eindelijk waren we weer ter plekke op ons paradijsje in Frankrijk, wat een verademing. We genoten van heerlijk lenteweer, de ongelofelijke rust (al had de lockdown daar misschien ook iets met te maken) en het prachtige uitzicht. Helaas was de tijd ook deze keer beperkt, dus gingen we vlijtig aan de slag met observaties op het terrein. Gewapend met een determinatie app op mijn gsm begon het onderzoek. Tussen het gras ontdekten we Paardenbloemen, Madeliefjes, Paarse Dovenetel, Grote Muur, Kleefkruid, Gewone Bereklauw en nog veel meer. Ondanks de koudere temperaturen, zoemde het overal. Verschillende metselbijtjes zochten een nestplek in de spleten in de achtergevel en ook een hommelkoningin leek daar een geschikt onderkomen te hebben gespot. Ondanks alle moeite met hotelletjes in onze stadstuin, kon ik daar weinig insecten lokken en hier krijgen we ze gewoon bij het huis!
Het terrein is weide, maar hier en daar zijn er al pioniersbomen en struiken opgeschoten. Zo staan er aan het huis twee Berken en een Boswilg, wilde Bramenstruiken, Meidoorn en een aantal Sleedoorns, die momenteel prachtig in bloei staan. Enkele van de struiken die ik zelf wou aanplanten kan ik dus al afvinken, ze staan er al.
We keken niet enkel boven de grond, als echte chemici onderzochten we de bodem. Niet alles wat we daar ontdekten was positief, maar gelukkig niets waar we niet aan kunnen werken. We groeven een put en bestudeerden het bodemleven. Er waren wel wat regenwormen, maar toch beperkter dan gehoopt. Ruimte voor verbetering dus. Ondanks de zandleem bodem, was de grond matig nat tot eerder nat. Een combinatie die ik zelf niet had verwacht, maar deze winter was het ook best nat op het terrein. Met de droge, warme zomers die we de laatste jaren kennen hoeft eerder nat natuurlijk geen probleem te zijn, het kan zelfs een voordeel zijn. Maar het natte kan ook wijzen op een gecompacteerde onderlaag in de bodem, ontstaan door tractors en koeien die het terrein aanstampten. Als laatste testten we ook op verschillende plaatsen de pH waarde van de bodem. Ideaal is de pH ongeveer 7 en dus neutraal. Helaas zat de pH van het terrein rond 5, wat de bodem zuur maakt. Een zure bodem zorgt ervoor dat planten minder goed water en ander voedsel kunnen opnemen en minder goed groeien, terwijl schadelijke zware metalen juist makkelijker worden opgenomen. Een afwijkende zuurtegraad in de bodem is ook nadelig voor het bodemleven, misschien daarom dat we geen overvloed tegenkwamen. Dat de bodem zuur is, was geen verrassing. Overmatig bemesten leidt tot het verzuren van de bodem en boeren sproeien regelmatig hun mestoverschot uit over hun gronden. Het pH staaltje uit de tuin, dicht bij het huis, gaf gelukkig al een ander beeld en schommelde tussen licht zuur en neutraal.
Het meest gehoorde advies bij een zure bodem is kalk toevoegen. Zelf ben ik hier geen voorstander van, het bodemleven is immers gewend aan de zuurdere grond. Kalk toevoegen gaat zorgen voor een snelle stijging van de pH, sneller dan het bodemleven zich zou kunnen aanpassen aan de nieuwe omgeving. Het toevoegen van kalk zou dus nadelig kunnen zijn voor het bodemleven en dat bodemleven willen we juist stimuleren. Ik kies dus eerder voor een meer natuurlijke, maar ook langzamere aanpak. Met het toevoegen van compost en organisch materiaal zal de bodem zich terug herstellen en de pH neutraliseren. Het toevoegen van compost is ook goed voor het bomenleven en de doorlaatbaarheid van de bodem. Het wordt niet voor niets het zwarte goud genoemd! Voor het eerste jaar zullen we compost moeten aankopen om alvast aan de slag te kunnen, maar hopelijk kunnen we vanaf het jaar nadien verder met onze eigen compost. Ik kijk er alvast naar uit om het terrein te zien veranderen in een echt permacultuurplekje, zoemend van de insecten.
Ps: voor wie goed kijkt, ik lees De Tuinjungle van Dave Goulson, een echte aanrader.
In ieder geval al een mooie foto..... Nog veel succes gewenst